IRT affaire 1

De opheffing van het IRT

Eind 1993 geeft de Amsterdamse driehoek, burgemeester Ed van Thijn, korpschef Eric Noordholt en hoofdofficier van justitie Hans Vrakking een persconferentie waarin zij mededeelden dat zij geen verantwoording konden en wilden nemen voor een door het IRT gehanteerde opsporingsmethodiek (de delta methode) en daarom het team ontbonden.

Men was tot die slotsom gekomen door informatie van de in juli aangetreden vervanger van Ton Lith, de hoofdinspecteur Johan van Kastel.

Deze zeer ongebruikelijke stap riep uiteraard zowel bij politie en justitie als in de hele samenleving vragen op en de komende jaren zouden de media deze zaak niet meer los laten waarop ook de politiek zich er mee ging bemoeien.

Besloten werd een commissie (de commissie Wierenga) onderzoek te laten doen naar de opheffing van het IRT en de gehanteerde recherche methodes.

De commissie kwam uiteindelijk tot de conclusie dat de gehanteerde onderzoeksmethodes, hoewel vernieuwend en soms op de grens toelaatbaar waren en dat de opheffing door ”Amsterdam” te prematuur en onjuist was geweest.

Pagina's: 1 2 3 4 5 6

Plaats een reactie

Een WordPress.com website.

Omhoog ↑